In het kader van overnames komt het regelmatig voor dat de nieuwe eigenaren aan managers en werknemers aandelenopties toekennen. Onder huidige fiscale wetgeving wordt belasting geheven op het moment van het uitoefenen van de opties.
Eind juni van dit jaar is door de Tweede Kamer een nieuw wetsvoorstel aangenomen om het moment van heffing te verschuiven naar het moment waarop de verkregen aandelen verhandelbaar zijn. Op 1 januari 2023 treedt het wetsvoorstel in werking.
Het wetsvoorstel is gericht op het vergemakkelijken van het uitgeven van aandelenoptierechten voor start-ups en scale-ups, maar geldt voor alle ondernemers die aandelenopties toekennen. In deze bijdrage zullen wij nader ingaan op wat er verandert voor wat betreft de belastingheffing op aandelenopties.
Heffingsmoment huidig recht
Werkgevers kennen hun werknemers vaak een optierecht op aandelen toe om deze aan het bedrijf te binden. Het gaat dan om een recht om onder bepaalde voorwaarden of na verloop van een bepaalde periode aandelen te kopen in de vennootschap van de werkgever, tegen een prijs die vooraf is vastgesteld.
Over het voordeel uit die aandelenopties dient loonbelasting te worden ingehouden, omdat het toekennen ervan voortkomt uit dienstverband. Onder huidig recht wordt belasting geheven op het moment van het uitoefenen van de aandelenoptie, ongeacht of de aandelen worden vervreemd of zelfs kunnen worden vervreemd. In het laatste geval ontstaat een cashflow-probleem voor de manager of werknemer: er dient al wel belasting te worden betaald, maar er is nog geen verkoopresultaat in handen.
Heffingsmoment op basis van wetsvoorstel
Op grond van het wetsvoorstel zal het moment van heffing verschuiven naar het moment waarop de verkregen aandelen verhandelbaar zijn. Belastingheffing vindt dan wel plaats over de behaalde winst tot en met de uitgestelde datum. Het idee achter het wetsvoorstel is dat er op dat moment liquide middelen beschikbaar zijn om de verschuldigde belastingen te kunnen voldoen.
Het wetsvoorstel introduceert een keuzeregeling. Indien de aandelen niet onmiddellijk verhandelbaar zijn, kan desondanks worden gekozen om bij uitoefening van de aandelenopties te heffen. Het voordeel hiervan is dat belastingheffing (box 1) is verschuldigd over de winst tot en met datum van uitoefening. Dat zal vaak lager zijn dan de winst op het latere verhandelmoment.
Het wetsvoorstel beoogt aan te sluiten bij het moment dat liquide middelen beschikbaar zijn (pas belasting betalen zodra aandelen verhandelbaar zijn). Voor de werknemer is de keuzeregeling aantrekkelijk.